Opus Klassiek Polish Masterworks - november 2010


www.opusklassiek.nl  

Werner Herbers heeft een reputatie te verliezen wanneer het gaat om om het ontdekken van vergeten twintigste eeuwse muziek, vooral die uit het interbellum. Ontdekken is één ding, tot klinken brengen vereist weer heel andere eigenschappen: lef, doorzettingsvermogen en charisma. Herbers had dat in overvloed en stichtte de Ebony Band, een topensemble waarmee geweldige concerten en prachtige cd-producties tot stand kwamen. Totdat de Raad voor Cultuur in haar oneindige wijsheid besliste dat de Ebony Band niets toevoegde aan het Nederlandse muzikale landschap en adviseerde de subsidie in te trekken. Aldus geschiedde en Herbers ging ondergronds en de virtuele Ebony Band was geboren (zie het artikel van Paul Korenhof op deze site). Ze wordt hier gepresenteerd op een cd die trots de titel 'Poolse Meresterwerken' voert, en daarmee is niets teveel gezegd. Józef Koffler en Konstanty Regamey mogen dan volstrekt onbekende namen zijn, zij delen het lot van veel componisten uit het tweede kwart van de twintigste eeuw, wier namen door rassenhaat en oorlogswaan spoorloos werden uitgewist.
Józef Koffler (1896-1944) werd geboren in de Oekraïne [...]. Hoewel Koffler zich Schönbergs twaalftoonstechniek eigen maakte kon het contrast tussen de uitwerking van die methode met die van zijn grote voorbeeld niet groter zijn. Het 'Strijktrio' bedient zich van een lyrische chromatiek, intervallen van een kleine afstand, waardoor een melancholieke sfeer ontstaat, en milde dissonanten. Een groot verschil met de strenge toon, de compromisloze harde dissonanten en de angst die Schönbergs Trio op.45 doortrekt. De lyrische cantate 'Die Liebe' is een zetting van de beroemde woorden die de apostel Paulus neerschreef in zijn eerste brief aan de Corinthiers, Cor.1:13. Ook hier bedient de componist zich van uiterst bescheiden middelen: sopraan, klarinet, altviool en cello zijn alles wat hij nodig heeft. Het resultaat is zonodig nog indringender. Inderdaad: een meesterwerk.
Al net zo'n meesterwerk is het 'Kwintet' van Konstanty Regamey (1907-1982). [....] Ook Regamey maakt gebruik van reeksentechnieken, maar musiceerdrift wint het van theoretische beslommeringen. Dit is een werk dat overstroomt van inspiratie, vakmanschap en originele invallen. Een zwoele tango is maar één van de vele verrassende momenten waar de partituur bol van staat.
De instrumentalisten van deze schijf verdienen de hoogste lof. Het is haast niet te geloven dat het veeleisende 'Kwintet' een live-opname is van de Concertzender. Extra lof komt toe aan pianist Gerard Bouwhuis voor een bijdrage die dicht in de buurt van een pianoconcert komt. De spelers in het strijktrio van Koffler klinken alsof ze het werk al jaren op hun repertoire hebben. Barbara Hannigan heeft haar sporen ruimschoots verdiend in de meest veeleisende eigentijdse partituren, en technisch gesproken is er niets op haar vertolking aan te merken. Iets meer romantische inleving was evenwel niet verkeerd geweest; deze liefde blijft wat koeltjes. Wat niet wegneemt dat dit een cd is die een grote lacune vult in de catalogus, de Ebony Band waardig, virtueel of niet.