Jefim Golyshev
[1897-1970]

Jefim Golyshev

Jefim Golyshev  (8 September 1897 – 25 September 1970) was een in de Ukraïne geboren componist/beeldend kunstenaar, die voornamelijk in Europa actief was.
Na een succesvolle carrière als vioolwonderkind (hij debuteerde in 1905 met het symfonieorkest van Odessa en won in 1909 de Reger Prijs van het Berlijnse Stern Conservatorium), ontwikkelde Golyshev zich als avant-gardist en was een van de oprichters van de 'November Gruppe'; hij schilderde 'anti-art' werken en maakte muziek voor keukengerei en verschillende nieuw uitgevonden instrumenten.
Aangemoedigd door Ferruccio Busoni componeerde Golyshev twee opera's en een symfonisch gedicht 'met scenische acties' Das eisige Lied (1920), dat naar verluid gedeeltelijk in Berlijn werd uitgevoerd. Hij nam les bij Wassily Kandinsky (een vriend van zijn vader) en richtte met Raoul Haussmann en Richard Huelsenbeck 'Berlin Dada' op. Daarnaast studeerde hij schei- en natuurkunde, werkte als technisch adviseur voor de geluidsfilm-maatschappij TOBIS en kwam in contact met de cineasten Eisenstein en Pudowkin voor welke laatste hij in 1931 de muziek voor diens film Igdenbu der grosse Jäger schreef.
Als jood en 'ontaarde' kunstenaar was Golyshev gedwongen in 1933 Duitsland te verlaten. Zijn composities en beeldende werken werden geconfisceert en vermoedelijk vernietigd.
Golyshev ging naar Portugal, en vervolgens naar Barcelona, waar hij tot 1938 als scheikundige werkte. Na Franco's overwinning vluchtte hij naar Frankrijk, waar hij de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk ondergedoken en gedeeltelijk in de gevangenis overleefde.
Tussen 1956 en 1966 woonde Golyshev in Sao Paulo waar hij actief was in de Música Nova beweging.
Golyshev stierf in 1970 in Parijs.

Als componist is Golyshev de geschiedenis ingegaan als de eerste dodecafonist, zie Trio